20 ONDERHOUD VANWEGE BESCHADIGING
Koppel het apparaat onder volgende voorwaarden af van de stroomvoorziening en laat
een onderhoud door gekwalificeerd personeel verrichten:
A Wanneer het netsnoer of de stekker beschadigd is;
B Als er vloeistof op het apparaat terecht is gekomen of een voorwerp in het apparaat is
gevallen;
C Wanneer het apparaat blootgesteld werd aan regen of water.
D Wanneer het apparaat, mits opvolging van de gebruiksaanwijzing, niet juist functioneert. U
mag alleen bedieningselementen instellen die in deze gebruiksaanwijzing beschreven
worden. Onvakkundige instellingen van andere besturingselementen kunnen het apparaat
beschadigen, en daardoor zijn vaak omvangrijke werkzaamheden door gekwalificeerde
technici noodzakelijk om de normale functies van het apparaat te herstellen.
E Wanneer het videoproduct is gevallen of de behuizing beschadigd is;
F Wanneer de prestatie van het apparaat zich duidelijk vermindert - dit wijst op een noodza-
kelijke onderhoud.
21 Vervangende onderdelen
Wanneer er voor het product vervangende onderdelen noodzakelijk zijn, dient u zeker te
stellen dat de reparateur reserveonderdelen gebruikt die door de fabrikant toegelaten zijn
of onderdelen met dezelfde eigenschappen en prestaties als de originele onderdelen. Elk
gebruik van niet toegelaten onderdelen kan brand, elektrische schokken en/of andere ge-
varen tot gevolg hebben.
22 TESTEN VAN DE VEILIGHEID
Vraag na een uitgevoerde onderhoud of reparatie aan het servicepersoneel om een, door
de fabrikant aanbevolen veiligheidstest, uit te voeren om te garanderen dat het apparaat
veilig in gebruik is.
23 WAND- OF PLAFONDOPHANGING
Het product mag alleen op een muur of plafond bevestigd worden als dit door de fabrikant
aanbevolen is.
24 HITTEBRONNEN
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals radiatoren,
warmtestralers, kachels of andere hitte genererende producten (incl. versterkers).
25 Om brandwonden, schade aan het apparaat of andere voorwerpen door uitlopende batte-
rijen te voorkomen moeten onderstaande veiligheidsaanwijzingen in acht worden geno-
men:
A Plaats alle batterijen volgens de opgedrukte polariteitaanwijzing in het batterijvak.
B Meng geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
C Gebruik alleen batterijen van hetzelfde type en merk.
D Verwijder de batterijen, indien deze langere tijd niet benodigd worden.
E Verwijder verbruikte batterijen onmiddellijk uit het batterijvak om een beschadiging te
voorkomen. Let er op, dat de nieuwe batterijen tegen uitlopen beschermd zijn. Neem de
plaatselijke geldende wettelijke voorschriften in acht voor het verwijderen van lege batte-
rijen, lever deze in bij KCA-depots of andere inzamelplaatsen.
Kommentare zu diesen Handbüchern